Dossier elektrische depannage!

Enkele basisprincipes om elektrische storingen te herstellen
Over het algemeen vormen zwembadprofessionals een hele diverse groep van vakspecialisten. Zwembad-, wellness- en zwemvijverbouwers komen namelijk uit de meest verschillende beroepsdisciplines. De kennis van elektriciteit is daardoor zeer wisselend. In dit artikel bekijken we de basisprincipes die gelden wanneer elektrische storingen hersteld moeten worden. Natuurlijk moeten we je eraan herinneren dat er elk jaar doden vallen door elektriciteit! We zullen je daarom ook even op de essentiële veiligheidsmaatregelen wijzen.

Opgelet, dit artikel is geen vervanging voor bestaande verplichte op­leidingen. Iedereen moet voor zichzelf nagaan of hij volgens de geldende reglementering bevoegd is om met elektriciteit te werken. Wat elektrische storingen betreft gaan we als voorbeeld uit van een eenvoudige schakelkast voor filters en schijnwerpers, eenfasig en 230 V.

DE SCHAKELKAST: WAAR DIENT HIJ VOOR?
De schakelkast wordt natuurlijk gebruikt om de zwembadpomp, de verlichting enzoverder aan en uit te zetten. Maar op de eerste plaats staat de schakelkast ook in voor de bescherming van mensen en eigendommen. We hebben het over gevaren zoals brand, explosies, elektrocutie, overbelasting van het net en kortsluitingen.

Gelukkig nemen een aarding, differentieel-schakelaar en zekeringen het grootste gevaar weg. Het bovenstaande schema illustreert goed hoe dat werkt.

EEN PAAR DEFINITIES:
Wat bedoelen we juist wanneer we spreken over overbelasting, kortsluiting en elektrocutie?

Overbelasting:
dat is wanneer je van een elektrische installatie meer stroom vraagt dan ze kan verdragen. Bijvoorbeeld: een kabel die te dun is naar­gelang de intensiteit van de elektriciteit die erdoor geleid wordt.

Kortsluiting:
dat is wanneer je een fase­geleider en een neutrale geleider of een fasegeleider en de aarding per ongeluk met elkaar in contact brengt: dat geeft een erg krachtige stroomstoot.

Elektrocutie:
dat is wanneer elektrische stroom door een persoon geleid wordt. We spreken dan van lekstroom.

STORING IN HET STROOMCIRCUIT
Wanneer je op de afbeelding naar de voedingskabels kijkt, zie je dat ze boven de schakelautomaat met elkaar verbonden zijn. De kabels komen uit de schakelautomaat, lopen naar de contactschakelaar en van daaruit naar de contactschakelaar van de pomp. Dat is het stroomcircuit.

Om na te gaan of het stroomcircuit naar behoren werkt, moet je aan de ingang en aan de uitgang van deze twee elementen een meting uitvoeren. Voor elk circuit-deel voeren we een ‘neutrale geleider – fasegeleider’-meting uit. Wanneer er geen storing of stroompanne is, moet je een stroomsterkte van 230 V meten ( ).

HOE MOET JE METEN?
Om deze metingen uit te voeren, gebruiken we een elektrische stroomtester. Dit appa­raat moet niet afgesteld worden. De ledjes op de stroomtester lichten op wanneer er spanning gemeten wordt.

Wanneer je deze meeting uitvoert, zijn er drie mogelijke situaties:

Situatie 1:
Meet je geen spanning? Dan zit je met een stroompanne.

Situatie 2:
Het rode lampje van je stroomtester licht op. Dit wil zeggen dat er zich een fout voordoet op de neutrale geleider.

Situatie 3:
Je meet spanning, de stroomtester geeft aan hoeveel volt er op het circuit zit.

OPGELET
Wanneer je deze metingen uitvoert, moet jij je er bewust van zijn dat de contactschakelaar werkt als een schakel­automaat. De pomp kan alleen werken wanneer hij ‘vastzit’. Dan maakt hij contact tussen onder en boven.

Wanneer de contactschakelaar vastzit, zit de storing in de stroomtoevoer. Vóór je begint te meten moet je echter even nagaan of het systeem aan­geschakeld is. Anders zoek je naar een stroomstoring die niet bestaat.

Stap 1:
Druk op de knop ‘manu’ om naar manuele bediening over te gaan.

Stap 2:
Zet de schakelaar van de tijdsklok op ‘1’ om de contactschakelaar vast te zetten. Zet deze schakelaar zeker niet op nul.

Stap 3:
Nu kan het zoeken naar de storing beginnen.

ZOEKEN NAAR DE STORING
We voeren onze twee metingen ‘neutrale geleider – fasegeleider’ uit bij de voeding en bij de contactschakelaar.

Zoals je op de afbeeldingen kan zien, is het de contactschakelaar die in dit geval defect is.

WAT DOE JE WANNEER JE DE STORING GEVONDEN HEBT?
Voor je een reparatie uitvoert, moet je de stroom uitschakelen. Heb je de stroom uitgeschakeld, ga dan altijd even na met je meter of er inderdaad geen stroom meer zit op de kabels. Je elektrische stroomtester heeft een auto-testfunctie waarmee je na het doorvoeren van een meting kan nagaan of het apparaat functioneert. Zo zijn we zeker dat er geen spanning is.

Tekst: Manuel Martinez (Docent Elektrotechniek UFA Pierrelatte, expert en lid van CNEPS
Fotografie: Manuel Martinez, Shutterstock.com