JURIDISCH

Kan ik als aannemer strafrechtelijk aansprakelijk zijn bijvoorbeeld indien ik mij niet gehouden heb aan de voorschriften van de stedenbouwkundige vergunning?

Onze stedenbouwwetgeving is duidelijk en stelt dat niemand mag bouwen, vaste inrichtingen mag plaatsen, een bestaande vaste inrichting of bouwwerk mag afbreken, herbouwen, verbouwen of uitbreiden, zonder over de nodige voorafgaandelijke stedenbouwkundige vergunning te beschikken. Bij overtredingen van deze bepalingen kunnen strafsancties opgelegd worden welke zowel een gevangenisstraf als een geldboete kunnen inhouden.

De personen die kunnen gestraft worden, zijn alle mogelijke personen die wetens en willens hebben deelgenomen aan stedenbouwkundige misdrijven. Dus niet alleen de eigenaar van het gebouw, maar ook al diegenen die op om het even welke manier hebben deelgenomen aan het misdrijf. Dit betekent dat ook een medeplichtige of een mededader kan gestraft worden. In de praktijk komt dit erop neer dat eveneens een aannemer die wetens en willens deelneemt aan een stedenbouwkundige inbreuk, kan aanzien worden als een mededader of een medeplichtige.

Ons Strafwetboek omschrijft een “dader” als de persoon die de misdaad of het wanbedrijf heeft uitgevoerd. Het is dus de persoon die zelf de strafbare handelingen gesteld heeft.

De “mededader” is dan diegene die door enige daad tot de uitvoering een zodanige hulp heeft verleend dat de misdaad of het wanbedrijf zonder deze bijstand niet had kunnen plaats vinden.

Deze mededaders zijn de personen die door hun deelnemingshandelingen het misdrijf mede hebben uitgevoerd.

Een “medeplichtige” is diegene die onderrichtingen heeft gegeven om de misdaad of het wanbedrijf te plegen. Het gaat hier dus om gegevens die voor de dader dienstig zijn geweest om het misdrijf te plegen.

Anderzijds bepaalt ons strafrecht dat een loutere “gedachte” niet strafbaar is. Elk misdrijf vereist een zogenaamd “materieel bestanddeel”. Dit betekent een effectieve handeling of gedraging die gevaarlijk kan zijn. Zo zullen aannemers die werken uitvoeren aanzien worden als de materiële uitvoerders van een stedenbouwkundig misdrijf. De aannemer is diegene die de werken effectief uitvoert. Ook hier zal er, opdat er een strafbaar karakter aan de handeling kan worden gegeven, een algemeen opzet noodzakelijk zijn.

Van de aannemer wordt verwacht dat hij vóór de aanvang van de werken nagaat of er al dan niet een bouwvergunning werd afgeleverd. Zolang de aannemer bezig is met het uitvoeren van zijn bouwwerken, moet het volledige bouwdossier en de bouwvergunning op de werf aanwezig zijn. Bouwt de aannemer zonder zich te houden aan de bouwvoorwaarden, dan kan ook hij hiervoor strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. De aannemer wordt bovendien door de wetgever aanzien als een “professioneel” die moet weten wanneer er voor bepaalde bouwwerken een stedenbouwkundige vergunning nodig is. De aannemer moet  zijn werkzaamheden stilleggen vanaf het ogenblik dat hij weet dat er bouwovertredingen zullen opduiken.

Laten we nog opmerken dat de aannemer zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid niet kan uitsluiten in de aannemingsovereenkomst of ten laste van de opdrachtgever/bouwheer kan leggen. De aannemer is een professioneel waaraan de wet  strafverzwaringen oplegt bij het plegen van inbreuken!

www.solangetastenoye.be