
Bij de bouw van zwembaden en zwemvijvers komen niet alleen technische en logistieke uitdagingen kijken, maar ook juridische en financiële risico’s. Door een ongeluk op de werf, schade aan het bouwwerk of claims van derden kunnen de kosten oplopen. Een goed verzekeringspakket biedt bescherming tegen deze risico’s. Daarom bieden we, samen met de Belgische Federatie van Zwembad- en Wellnessprofessionals, een helder overzicht in mensentaal van de twee belangrijkste verzekeringen: de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering en de alle bouwplaatsrisico’s (ABR)-verzekering.
Wie betaalt de schade?
Wanneer er schade ontstaat op of rond een bouwplaats, is de grote vraag: wie draait op voor de kosten? Gaat het om materiële schade, zoals een gebarsten zwembadwand? Lichamelijke schade, bijvoorbeeld een gewonde werknemer? Of immateriële schade, zoals winstverlies door vertraging? In principe hoort dit dan onder je burgerlijke aansprakelijkheid. Burgerlijke aansprakelijk wordt wettelijk onderverdeeld in contractuele aansprakelijkheid en buitencontractuele aansprakelijkheid. Maar wat is nu precies het verschil tussen de twee?
Contractuele aansprakelijkheid
Contractuele aansprakelijkheid betekent dat je als aannemer verantwoordelijk bent voor schade binnen de afspraken van een contract. Stel dat een zwembadbouwer een zwembad installeert en de folie verkeerd plaatst, waardoor een lek ontstaat. In dat geval kan de klant de aannemer contractueel aansprakelijk stellen.
Als aannemer sluit je een contract af met de opdrachtgever, wat een aantal verplichtingen met zich meebrengt:
- De werken moeten binnen de overeengekomen termijn worden uitgevoerd. Is er geen specifieke termijn vastgelegd, dan moet dit binnen een redelijke termijn gebeuren.
- De uitvoering moet volledig conform de voorschriften in lastenboeken, bestekken en contracten verlopen.
- Naast een correcte uitvoering heb je als zwembadbouwer ook een advies- en informatieplicht. Als een klant technisch onrealistische of onhaalbare eisen stelt, is het jouw verantwoordelijkheid om dit te signaleren en, indien nodig, de opdracht te weigeren.
Tot aan de oplevering ben je als aannemer volledig verantwoordelijk voor het werk. Dit principe is vastgelegd in artikel 1788 BW (Burgerlijk Wetboek). Maar ook na de oplevering blijven er verplichtingen. Zo kun je aansprakelijk worden gesteld voor lichte verborgen gebreken en geldt er een tienjarige aansprakelijkheid bij ernstige constructiefouten. Daarnaast is het cruciaal om de bouwplaats veilig en ordelijk te houden. Wie zich niet aan de veiligheidsvoorschriften houdt, loopt het risico op ernstige aansprakelijkheidsclaims. Een werf is immers een dynamische omgeving waar verschillende partijen samenwerken. Dit vergroot het risico op ongevallen, en als zwembadbouwer ben je verplicht om preventieve maatregelen te nemen.

Buitencontractuele aansprakelijkheid
Buitencontractuele aansprakelijkheid ontstaat wanneer er schade wordt veroorzaakt aan iemand met wie je geen contractuele relatie hebt. Dit kan verschillende vormen aannemen:
- Een buurman die struikelt over een slang op de werf.
- Een voetganger die gewond raakt door een omgevallen hek.
- Een architect of onderaannemer die schade lijdt door nalatigheid op de werf.
Deze schadegevallen kunnen zich zowel tijdens als na de werken voordoen. En de gedupeerden kunnen je aansprakelijk stellen voor hun letsels en/of de bijkomende kosten.
Fout of geen fout?
Naast het verschil tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid bestaat er nog een ander belangrijk principe: het onderscheid tussen fout en foutloze aansprakelijkheid. In sommige situaties kan de opdrachtgever zelf als benadeelde partij optreden, los van de contractuele aansprakelijkheid. Dit betekent dat je onder bepaalde omstandigheden aansprakelijk kunt worden gesteld zonder dat er sprake is van een duidelijke fout. Bijvoorbeeld wanneer schade ontstaat door trillingen of een grondverzakkingen tijdens de werken. In zulke gevallen spreken we van foutloze aansprakelijkheid. Zelfs als alle voorzorgsmaatregelen zijn genomen, kan de aannemer toch verantwoordelijk worden gesteld voor de gevolgen.

Burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering
Er zijn dus heel wat risico’s verbonden aan je beroep als aannemer. Hoewel een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering (BA) – ook wel BA Uitbating of BA Exploitatie genoemd – niet wettelijk verplicht is, blijft ze toch onmisbaar. Een schadeclaim kan immers een grote financiële impact hebben en in sommige gevallen zelfs de toekomst van het bedrijf in gevaar brengen.
Deze verzekering biedt bescherming tegen claims van derden en dekt doorgaans twee belangrijke soorten schade:
- Lichamelijke en materiële schade aan derden die voortkomt uit de bedrijfsactiviteiten. Denk bijvoorbeeld aan een klant die uitglijdt op een gladde werf of aan schade aan een naastgelegen woning door trillingen tijdens de bouw.
- Schadegevallen die buiten contractuele aansprakelijkheid vallen, zoals wanneer een voetganger gewond raakt door een losliggende kabel op de werf.
Toch zijn er enkele belangrijke uitsluitingen die doorgaans niet door de verzekering worden gedekt. Slecht uitgevoerd werk valt hier bijvoorbeeld onder. Als een zwembad lekt door een fout in de installatie, zal de herstelling van die fout niet worden vergoed. De gevolgschade, zoals waterschade aan de omgeving, kan daarentegen wel onder de dekking vallen.
Ook herstelwerkzaamheden en het vervangen van gebrekkig materiaal worden niet standaard vergoed, tenzij er een aanvullende polis, zoals de faulty part waarborguitbreiding, is afgesloten. Deze uitbreiding kan ervoor zorgen dat niet alleen de gevolgschade, maar ook het defecte onderdeel zelf wordt vergoed. Daarnaast worden vertragingen en boetes bij laattijdige oplevering niet door de verzekering gedekt. Ook gederfde winst of niet-bereikte prestatieniveaus vallen buiten de dekking. Denk bijvoorbeeld aan een zwembad waarvan het water niet de afgesproken temperatuur haalt door een technisch probleem. In zulke gevallen biedt de verzekering geen tussenkomst.

Verzekering alle bouwplaatsrisico’s (ABR)
Bij de bouw van een zwembad kunnen er ook onverwachte gebeurtenissen plaatsvinden die grote schade veroorzaken nog voordat het project is opgeleverd. Denk aan een storm die de werf beschadigt, een brand die uitbreekt of een grondverzakking die de structuur aantast. Om dergelijke risico’s op te vangen, bestaat de Alle bouwplaatsrisico’s (ABR)-verzekering, een polis die specifiek gericht is op schade aan het werk in aanbouw. Deze verzekering vindt haar bestaansreden net in artikel 1788 BW, dat bepaalt dat de aannemer aansprakelijk is voor het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de werken vóór de oplevering. Hoewel de ABR-verzekering niet wettelijk verplicht is, biedt ze essentiële bescherming tegen onvoorziene schade tijdens de bouwfase.
Deze verzekering biedt dekking voor:
- Het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van het bouwwerk vóór de oplevering.
- Schade door externe factoren zoals storm, brand, ontploffing of grondverschuiving.
- Schade aan nog niet verwerkte materialen op de werf, zoals pompen of technische installaties.
De ABR-verzekering wordt meestal afgesloten door de hoofdaannemer of de bouwheer en dekt alle betrokken partijen, zoals algemene aannemers, onderaannemers, architecten en studiebureaus. Leveranciers en fabrikanten van bouwmaterialen vallen hier echter niet standaard onder, tenzij er specifieke afspraken worden gemaakt.
Een ABR-verzekering bestaat meestal uit twee hoofdcomponenten:
Materiële schade: dit is de basisdekking en vergoedt schade aan het werk in opbouw.
Buitencontractuele aansprakelijkheid: dit is vaak een optionele dekking voor schade aan derden, bijvoorbeeld burenhinder door trillingen of scheuren in aangrenzende gebouwen. Daarnaast kan de verzekering worden uitgebreid met extra dekkingen, zoals schade aan bestaande structuren in de nabijheid van de bouwplaats. In bepaalde gevallen is ook een vergoeding voor archeologische vondsten mogelijk. Dit houdt in dat de verzekering kan worden uitgebreid met een clausule die bepaalde kosten dekt wanneer tijdens de werken onverwacht archeologische structuren of objecten worden ontdekt. Hoewel de verzekering de vondsten zelf niet vergoedt, kunnen bijkomende kosten, zoals stilstand van de werken of verplicht archeologisch onderzoek, deels worden opgevangen. Dit is echter geen standaarddekking en vooral relevant voor projecten in historisch gevoelige gebieden.
Wat is het verschil?
De ABR-verzekering is een aparte verzekering die specifiek gericht is op schade aan het werk zelf vóór de oplevering, terwijl de BA-verzekering zich richt op schadeclaims van derden. Dit artikel werd gerealiseerd met de waardevolle bijdrage van de Belgische Federatie van Zwembad- en Wellnessprofessionals. Op hun website www.zwembad-bouwers.be/film vind je een boeiende webinar van Yves Ghijsels (Federale Verzekering) over dit thema. Een absolute aanrader voor elke aannemer.