JURIDISCH: voor welke gebreken blijf je als aannemer aansprakelijk?

De aannemer en de architect zijn volgens onze wetsregels gedurende 10 jaar aansprake­lijk voor het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van het door hen opgerichte gebouw, wegens een gebrek in de bouw of door de ongeschiktheid van de grond. Deze verantwoordelijkheid slaat dus op “ernstige gebreken” die de stabiliteit of het goede behoud van het gebouw in het gedrang brengen.

Deze bijzondere aansprakelijkheid van aannemers en architecten werd door de wetgever niet bedoeld als een foutloze aansprakelijkheid. De opdrachtgever van de werken zal moeten aantonen dat de schade haar oorzaak vindt in een gebrek in de bouw of een gebrek in de gebruikte materialen. De aannemer kan echter aan een veroorde­ling ontsnappen door te bewijzen dat het gebrek te wijten is aan overmacht (d.w.z. een omstandigheid waaraan hij geen schuld heeft en die hij onmogelijk kon voorkomen), of ook nog door aan te tonen dat het hem onmogelijk was op enige wijze van het gebrek kennis te hebben.

Een paar voorbeelden uit de praktijk

Nadat een werk door de aannemer beëindigd wordt, is het aan de bouwheer (de opdrachtgever) om te controleren of het werk naar behoren werd uitgevoerd en moet hij overgaan tot het aanvaarden van de werkzaamheden. Nadat de bouwheer de werken aanvaard heeft, is de aannemer niet meer aansprakelijk voor de zogenaamde “lichte zichtbare gebreken”. Het zijn dus alleen de ernstige zichtbare gebreken en de verborgen gebreken waarvoor de aannemer aansprakelijk blijft gedurende 10 jaar.

In de praktijk stelt menig opdrachtgever zich echter de vraag waar de grens ligt tussen een”licht zichtbaar gebrek” en een “ernstig zichtbaar gebrek”! Welke gebreken zullen erg genoeg zijn om onder de 10-jarige aansprakelijkheid van de aannemer te vallen? Het is aan de rechters om hierover in de praktijk te beslissen. We geven hieronder een paar voorbeelden.

• Een kleine waterinsijpeling die aanleiding geeft tot slechts een paar kleine vochtvlekken en waarvan na verloop van negen jaar nog nergens tot enige verrotting heeft geleid, wordt door de rechter niet aanzien als een ernstig gebrek. Deze minieme waterinsijpeling staat de stabiliteit van het gebouw niet in de weg zodat dit schadegeval niet valt onder de 10-jarige aansprakelijkheid van de aannemer en de architect.

• Een slechte waterdichting valt evenmin onder de toepassing van de 10-jarige aansprakelijkheid van de aannemer, voor zover echter deze dichting noch de muren, noch de stabiliteit van het gebouw, noch de bezetting van de muren in het gedrang brengt.

• Op verschillende plaatsen in een pas gebouwd poolhouse, stelt de eigenaar vast dat er stukken uit het beton loskomen. De eigenaar vindt dat de aannemer moet opdraaien voor deze gebreken daar zij volgens hem onder de 10-jarige aansprakelijkheid vallen. De rechter oordeelt echter dat de 10-jarige aansprakelijkheid enkel geldt indien door het gebrek de stabiliteit van het gebouw in het gedrang komt, nu of naar de toekomst toe. Kan door het gebrek het gebouw niet gebruikt worden voor het gebruik waartoe het bestemd is, dan is dit volgens de rechter nog geen gebrek dat de stevigheid van het gebouw in het gedrang brengt.

www.solangetastenoye.be